In onze coaching-praktijk komen we ze vaak tegen. Mensen die veel, heel veel werk verzetten en het toch nooit goed kunnen doen. Nooit goed genoeg tenminste. Daar hebben ze veel last van. Het doet ze verdriet, en pijn. De remedie is simpel, maar niet makkelijk. 

Als deze mensen ergens te laat komen – omdat dat ene actiepunt toch echt nog even af moest – blijven ze voor de deur even staan. Voordat ze de klink bewegen, maken ze zich een voorstelling van wat ze binnen zullen aantreffen. Ze stellen zich voor dat daar mensen zitten die pissig op ze zijn. Die hen chagrijnig aankijken en vermanend toespreken. Die hun harde werk niet waarderen en hen als het ware buiten sluiten. Bij de gedachte alleen al knijpt hun maag samen. 

Om de ergste opmerkingen te voorkomen, besluiten ze zelf maar een opmerking te maken. Of een grapje. ‘Goedemiddag!’, roepen ze met een grote glimlach, zodra ze binnenkomen. Terwijl het nog steeds ochtend is.

Pijnlijke kritiek

De vraag die dan opkomt, is: van wie moet dat eigenlijk allemaal? Wie vindt alles wat ze doen niet goed genoeg? Wie ziet niet wat ze doen en spreekt hen vermanend toe? In veel gevallen is het antwoord confronterend. Degene hen het meeste pijn doet, zijn zijzelf. Ze hebben er een gewoonte van gemaakt vooral te luisteren naar hun ‘innerlijke criticus’. Hun inwendige stem, die hen bekritiseert en minacht. In het verleden had dit deel van henzelf een taak: om hen te beschermen tegen schaamte en pijn. In de loop der jaren is deze subpersoonlijkheid steeds meer de overhand gaan nemen. Ook in situaties waarin dat niet nodig of zelfs minder handig was. Andere stemmen zijn daardoor meer en meer op de achtergrond geraakt. Die van hun innerlijke kind bijvoorbeeld, het deel in hen dat intuïtief en spontaan reageert. Hun speelse (zorgeloos plezier en onbevangen lol) en hun kwetsbare kant (verlegenheid en onzekerheid). Met name dat laatste stopt de innerlijke criticus vaak weg. Op een gegeven moment gaat het knellen. De innerlijke criticus bespaart geen pijn meer, het roept dat juist op.

Knuffel

Geldt dat ook voor jou? Tijd om het anders te gaan doen? Zo kun je het aanpakken. De eerste stap naar een luchtiger leven, is simpel, maar vaak niet makkelijk. Geef jezelf eens een warme, dikke knuffel. Wees je bewust van wat je doet, en hoe dat voelt. Ga vervolgens voor de spiegel staan en kijk jezelf recht in de ogen. Vertel jezelf wat je de afgelopen dag goed hebt gedaan en waar je trots op bent. Noem minimaal drie dingen en schrijf ze op. Neem veertig dagen lang elke dag een paar minuten de tijd om jezelf op deze manier oprechte complimenten te geven en te checken wat er daardoor in je lichaam gebeurt. Voel je de spanning in je schouders afnemen? Voel je je minder moe? Of manifesteert zich iets anders? Na die periode zul je zien dat je innerlijke criticus minder overheersend is, dat je relaxter bent en je veel beter en trotser voelt. Nu gun je jezelf een lekkerder luchtig leven.