Dit wordt een geweldige dag. Een vrijdag zonder werk. Nou ja, met een erebaantje en een simpel klusje: getuige zijn. En nog wel bij het huwelijk van twee van mijn beste vrienden. Goed gemutst en ontspannen ga ik dus op weg naar het kasteel. Oké, ik ben iets aan de late kant voor de daggasten meetup, maar als dat de grootste stress is…

Zonnestralen, mooie jurken en blij glimmende ogen verzamelen op het stalplein. En dan heb ik het nog alleen over de gasten. Hij gaat strak in pak, die hij, als altijd, zelf contrasteert met een nonchalante relaxedheid. Zij combineert een prinsesselijke jurk, natuurlijke uitstraling en haar eeuwig guitige lach.

Voor we het weten zijn we bij de kapel, waar nog meer gasten verschijnen. Of ik vooraan wil gaan zitten. Oh ja, ik heb een rol hier. Grappig toch, denk ik dan nog.

De ambtenaar neemt de tijd om ook de getuigen te introduceren. Even hoop ik dat die paar ontsnapte tranen gewoon het zoveelste bewijs zijn dat ik een softy ben. Gelukkig wijst ze erop dat ik het aanstaande bruidspaar meedogenloos en weinig subtiel heb bewerkt een stel te worden.

Maar het komt eigenlijk niet meer goed. De emoties grijpen me bij de keel en laten niet los. Niet eens vanwege de prachtige live muziek, het geëmotioneerd weggeven van de bruid of de andere momenten die elke gevoelige snaar bespelen als een virtuoze gitarist.

Hoe komt het dan dat ik de hele dag goed en gelukkig geraakt ben? Natuurlijk omdat de beiden me heel na aan het hart liggen. Maar eigenlijk is dat maar het opstapje. De echte reden is precies datgene wat die dag nooit gezegd wordt. Zij had ooit de pech om eerst een whiplash en toen een longemobolie op te lopen. De sprekers van de dag vermelden dat steeds, om dan te verwijzen naar de mooie toekomst. En steeds spelen dan de woorden door mijn hoofd, die beter dan ooit voor mij beschrijven wat liefde is:

“Ik heb ooit wel eens tegen hem gezegd: als dit, eh ik, niet beter wordt, moet je maar iemand anders zoeken.” Dit kan ze niet echt zeggen, dacht ik toen ze het ooit toch echt tegen me zei.

Het drong ook meteen tot me door dat ze dus echt wel heel veel van hem moest houden. En ze had het niet eens hoeven zeggen, maar zijn reactie van destijds maakte de definitie van wederzijdse, echte liefde compleet: “Doe eens normaal. Natuurlijk word je wel weer beter. En zelfs als dat niet zo is, denk maar niet dat ik me door je laat wegsturen.”

Het werd dus een geweldigere dag dan verwacht.